Al 13 jaar vraag ik mij vrijwel wekelijks af: ben ik zo anders dan andere mama’s? Hoewel ik mijn mede-ouders begrijp, begrijp ik ze ook weer niet. Het is alsof ik er bij hoor en toch niet.
Zo maak ik me net zo druk over alledaagse dingen als alle andere mama’s die ik tegen kom. En tegelijkertijd maak ik me druk over alle andere dingen waar zij niet aan denken. Het is alsof je leeft in twee werelden tegelijkertijd. Eentje die is ontstaan met de komst van dat ene kleine mannetje dat andere behoeftes heeft als die andere ‘normale’ kindjes om me heen.
Het is zo moeilijk onder woorden te brengen wat ik precies bedoel. De grootste verschillen zijn gelijk duidelijk, maar vaak gaat het over die alledaagse kleine dingetjes waar niemand op let. Juist door deze onopvallendheidjes is mijn mama-zijn zo wezenlijk anders dan die van andere mama’s om me heen. En hoewel ik altijd roep ‘anders is leuk’, verandert het ook gelijk alles. Niet alleen het ouderschap, maar je hele wereld.
Hoe kan ik iemand uitleggen dat ik het moeilijk vind om met gelukkig te voelen als mijn jongen het ‘goed doet’ gezien de omstandigheden. Want onder het laagje geluk schuilt altijd de wetenschap dat hij nooit beter zijn zijn. Nooit normaal zal zijn. Hoewel hij normaal oogt en normaal doet, we altijd in de wetenschap leven dat dit het moment is. Heel simpel gezegd: ons ‘normaal’ is niet ‘normaal … en dus moet ons ‘hij doet het goed’ ook wel anders zijn als die van alle andere mama’s om me heen.
Zoals iedereen zich druk maakt over een griep epidemie. Zo maak ik me dagelijks druk over alle kuchjes en zuchtjes om me heen. Dat wil overigens niet zeggen dat zoonlief gelijk het loodje legt bij een kuchje of een zuchtje, maar je weet het nooit. Nooit de zekerheid dat het kuchje van dat klasgenootje niet de das gaat zijn.
En zoals ik me voor mijn oudste dochter druk maak over haar schoolprestaties. Liggen die voor zoonlief meer op het niveau: gaat hij genoeg dagen redden deze maand. En ja, ik weet het, vaak redt hij ze allemaal, maar ook dit is geen ‘normaal’ in ons boek.
Als andere moeders bezig zijn met het leren ‘los laten’ van hun kinderen, kijk ik naar die van mij en probeer ik in balans te komen met het loslaten van bepaalde dromen die je voor hem hebt. Je probeert los te laten dat je hem met je zorgen te veel verstikt. Je probeert los te laten dat je altijd de vraag krijgt ‘maar hij ziet er toch goed uit?’ en dat je deze nooit goed zal kunnen beantwoorden. En dat je moet loslaten dat mensen je ooit zullen begrijpen als ze zeggen dat hij er toch wel over heen gaat groeien. “Nee, niet dus, sorry”. Sorry, omdat je je verplicht voelt je te verontschuldigen voor het feit dat je niet kan verklaren dat het niet zichtbaar is … en toch aanwezig.
Ik beken, ik leef al sinds zijn geboorte in de overlevingsmodus. Psychisch is het een uitputtingsslag niet te weten of je het goed doet en waar het naar toe gaat. Hoe erg het is of juist niet – op dit moment.
Maar ik ben niet het belangrijkste. Mama’s zoals ik hebben kindjes die veel te veel zien, horen en voelen. Hun kindertijd is niet zonder zorgen. Het breekt m’n hart als ik zie hoe hij worstelt met ‘normaal’ zijn. Het doet me pijn als ik zie dat hij langs de kant staat omdat het niet gaat.
Mijn zoon is gek op voetbal, buiten spelen, fietsen, ravotten, klimmen, klauteren. Hij heeft vriendjes waarmee hij kan lachen. Hij gaat naar feestjes, stoeit met z’n vader en houdt van broertje en zus. Z’n leven is precies als dat van elk ander kind van acht, en toch weer niet. Want hoewel hij van voetbal, buiten spelen, fietsen, ravotten, klimmen en klauteren houdt, mag het eigenlijk allemaal niet. Dus gaat het nooit zonder dat stemmetje in m’n hoofd en een onderbuik gevoel. Niks kan zonder nadenken. Vragen als: “Waarom mag ik niet op voetbal, waarom mag ik niet in de sloot zwemmen en waarom ben ik altijd de laatste met rennen?”, breken m’n hart nog eens extra. Ik kan niet altijd het juiste antwoord vinden. Ja hij is anders … en toch ook weer niet.
Hoe leg je een kind uit dat niet uitgenodigd worden op een feestje niet altijd te maken heeft met wie je bent, maar ook met ‘wat’ je bent. Ik kan het niet tegen gaan. Het is oneerlijk. Dat is het leven soms nu eenmaal en hij voelt het iets sneller dan een ander.
Ik haat het dat ik niet alleen sta. Er zijn er veel te veel, die vaak zwijgend de strijd aan gaan. Weet dat je er niet alleen voor staat. Ik niet, jij niet en alle andere mama’s ook niet. We zijn met heel veel. En hoewel we allemaal worstelen met andere lichamelijke en geestelijke beperkingen, chronische aandoeningen en andere diagnoses van onze kinderen, we vechten allemaal voor hetzelfde doel. Weet, dat ik weet hoe moeilijk je het soms hebt. Hoe zwaar het je valt en dat je dat best mag toegeven. Hou vol! Eén voor allen, allen voor één. Je kan het.
En een dikke shout out aan alle lieve mama’s die mij de afgelopen jaren hebben geholpen. Gewoon door er te zijn op het moment. Gewoon door kleine gebaren. Gebaren waarvan je zelf misschien niet weet dat ze op dat moment voor mij een rustpunt waren of een kracht om door te gaan.
2 thoughts on “Aan alle mama’s met een zorgenkindje”